Sculpturen gevangen in inkt
Theo Besemer (NL, 1936) volgt tussen 1957 en 1961 een klassieke beeldhouwopleiding aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht bij Fred Carasso en studeerde van 1961 tot 1963 op de academie in Milaan.
In 1989 schrijft Besemer :'In mijn werk schuilt een gedrevenheid om de redenen voor leven tot op het bot, tot aan en in de kist uit te kleden: het doel van het leven de ontmaskering van het leven zelf'. Een gebrek aan realiteit zal de mensheid verminken. Die betekenis gaat schuil in de aangetaste lichaamsdelen, die als moderne archeologische 'vondsten' het onvermijdbare fractioneren van de mens symboliseren. Besemer ziet zijn beelden als archeologische replica die 'onze tijd' kenmerken, als waren ze opgegraven in een tijdperk dat ver voor ons ligt.
In de serie werken in de Etaloge in de Willem Twee toont Besemer zes tekeningen van houten sculpturen die hij in 1965 maakte. ‘Ik nam de bakfiets naar een houthandel in de buurt van Breda en laadde die vol met oude bomen, die niet meer geschikt waren voor de handel. Daar maakte ik houten sculpturen van, als driedimensionale collages. De tekeningen die ik hier presenteer, zijn daarop gebaseerd, uitgevoerd in Oost-Indische inkt.’